Aan het eind van een bericht kan de hulpverlener weer even contact maken met de hulpvrager. Op deze manier kan de hulpverlener voorkomen dat zijn mail te zakelijk overkomt. Ter afronding van het bericht is het van belang om de deur open te houden. Dat wil zeggen dat de hulpverlener ruimte geeft om eventueel te reageren of verder te vragen. Tot slot ondertekent de hulpverlener de mail op de manier zoals dat is afgesproken binnen de organisatie. Dat kan formeel of wat informeler zijn. Indien er geen afspraken over bestaan, probeert de hulpverlener aan te sluiten bij de mate van (in)formeel taalgebruik van de hulpvrager.