Inleiding

Naast basistechnieken gebruik je als hulpverlener ook andere gesprekstechnieken. Omdat je online nu eenmaal wat communicatiekanalen mist, is het risico op misverstanden, weerstand en afhaken groter dan in een face to face gesprek. Zodra je merkt dat er ruis ontstaat, is het daarom van belang om deze zo snel mogelijk op te merken en bij te sturen.

Als je het gesprek niet meer kunt bijsturen met een open vraag, grapje of ondersteunende opmerking, wordt het tijd om ‘uit de inhoud te stappen’ en een van onderstaande technieken toe te passen.

Feedback vragen

Een goede manier om erachter te komen wat de cliënt vindt van het gesprek of van de hulpverlening, is door er gewoon naar te vragen. De meeste hulpverleners zijn niet gewend om dit regelmatig te doen. Face to face zie je vaak al aan iemand hoe jouw opmerking op hem overkomt. Online zul je ernaar moeten vragen. Je kunt bijvoorbeeld feedback vragen over het gesprek of de interventie.

Door dit regelmatig te doen, blijf je beter afgestemd op de cliënt en is de kans groter dat de cliënt zijn eventuele frustraties of weerstand uit, voordat ze (te) hoog oplopen.

Feedback geven

Naast het geven van feedback op de vorderingen van de cliënt, kun je ook feedback geven op het gedrag dat iemand laat zien tijdens een gesprek. Soms laat de cliënt gedrag zien dat jij vervelend vindt. Of twijfel je over wat het gedrag van de cliënt betekent. In zo’n geval kan het handig zijn om het objectief waarneembare gedrag van de cliënt benoemen, gevolgd door het effect dat dat gedrag heeft op jou of op het gesprek.

Metacommuniceren

Woorden die je leest, kunnen veel directer overkomen dan als ze uitgesproken zouden worden. Je mist namelijk een bemoedigende blik of een warme intonatie, die er bij face-to-face contact wel kunnen zijn. Omdat er in een chatgesprek meer ruimte is om in te vullen hoe de ander zijn boodschap precies bedoelt, is het belangrijk om zo nu en dan te metacommuniceren: uit de inhoud stappen en praten over het verloop van het gesprek. Je benoemt welk patroon je opmerkt in de interactie.

Metacommunicatie zet je meestal in als je merkt dat het gesprek niet goed loopt. Maar ook om na te gaan wat de ander van het gesprek vindt.

Eigen mening geven

Soms vertoont een cliënt gedrag waar je moeite mee hebt. Dat kan te maken hebben met persoonlijke overtuigingen, normen en waarden. Als dit het gesprek in de weg gaat zitten, kun je ervoor kiezen om je erover uit te spreken. Op die manier laat je de cliënt weten dat zijn gedrag jou stoort en geef je hem de kans om hier rekening mee te houden.